Korte verhalen

Dubbele agenda.

‘Vertel op, waar heb je het!’

Langzaam ziet hij het vleesmes voor zijn neus bewegen. Hij kent het mes, het komt uit de keuken van Nathalie. De gravure in het houten handvat bevestigt zijn vermoeden. De ander kijkt hem dreigend in de ogen.

‘Ik heb het niet, ik zeg het je niet nog eens. Kom op man, waarom zou ik het moeten hebben?’ 

‘Je hebt het achterover gedrukt, het moet zo zijn gegaan. Dus zeg het nu maar, ik kom er toch wel achter.’

Hij voelt dat de ander de punt van het mes in zijn hals steekt. Bloed sijpelt naar beneden. Juist van hem had hij het niet verwacht.

‘En ik zeg je dat ik het niet heb, dus doe maar, steek me maar neer. Dan zul je het nooit weten. Dood maak je me sowieso wel, dus ik heb niets te verliezen.’ De kalmte die over hem heen komt, verbaast hem zelf het meest. Gevangenisstraf of de dood, de keus wordt voor hem gemaakt, hij heeft er vrede mee. Hij voelt het koude staal in zijn hals steken. In één beweging wordt het mes van links naar rechts bewogen. Hij proeft de smaak van bloed in zijn longen, het borrelt omhoog uit zijn keel. Gorgelend sijpelt zijn levensvocht langzaam uit zijn lichaam samen met zijn laatste gedachten aan zijn kleine meisje Sara…

Met het oppakken van Rudolf Valentino is er een einde aan een tijdperk gekomen waar ze jaren mee bezig is geweest. Hij was de laatste schakel met haar vader en maffiabaas Charles Latevsky geweest. Vanmiddag was Nathalie Revard in de rechtszaal bij het slotpleidooi aanwezig geweest. Zijn zwarte priemende ogen hadden haar doordringend aangekeken, het vuur had ervan af gespat toen hij drie keer levenslang tegen zich hoorde eisen. Toen ze brutaal terugkeek, maakte hij met zijn platte hand een tergend langzame beweging langs zijn keel.

‘Top gedaan, Lie, kom we gaan er één op drinken. Ik trakteer.’

Nathalie kan goed opschieten met haar nieuwe partner Jean-Paul de l’Égluse die ze toegewezen heeft gekregen in het provinciestadje waar ze een half jaar geleden terecht is gekomen nadat een overplaatsing op verzoek van haarzelf positief gehonoreerd werd. Haar carrière die ze als rechercheur Zware Criminaliteit in één van de dichtst bevolkte arrondissementen van Parijs is begonnen, heeft een hoge vlucht genomen, maar vanwege een te ingewikkelde liefdesrelatie met een rechercheur aldaar heeft ze noodgedwongen overplaatsing aangevraagd. Ze besluiten de Porsche 911 van Lie te nemen. Ze heeft de 39-jarige paarse auto in het pakhuis van haar vader gevonden waar hij geparkeerd stond tussen de door hem gestolen kunst en haar zinnen erop gezet toen ze ontdekte dat hij uit haar geboortejaar 1980 stamde.

‘Ik kan het niet te laat maken, Jean-Paul. Ik heb beloofd om op tijd te eten, want Sara wil vanavond met een paar klasgenoten naar de bios. Jij weet als geen ander hoe pubers zijn.’ Verontschuldigend haalt ze haar schouders op. Jean-Paul trekt zijn linker mondhoek omhoog in een poging om te glimlachen. ‘Ja, en of ik dat weet, gelukkig sta ik er niet alleen voor. Ik benijd je niets hoor, het moet wel erg zwaar voor je zijn nu alles op jou neerkomt.’

‘Och, het valt bij tijden wel mee hoor, alleen zo’n veertienjarige heeft wel haar gebruiksaanwijzing.’ Ze zegt het nonchalant maar haar gezicht staat zorgelijk. Voordat Sara’s vader overleden was, nam hij een groot deel van de opvoeding op zich. Het valt haar zwaar dat ze door haar onregelmatige diensten Sara vaker alleen moet laten dan haar lief is.

Anderhalf uur later rijdt Lie haar Porsche een rustige nieuwbouwwijk in en parkeert hem voor de deur van een twee onder een kap. Een half jaar geleden heeft ze met haar dochter Sara de moderne woning betrokken. In het schijnsel van de lantaarnpaal ziet ze haar voordeur openstaan. Hoe vaak heeft ze Sara niet gezegd dat ze de deur goed in het slot moest trekken…iedereen kan gewoon naar binnen lopen. Gehaast loopt ze het tuinpad op en pakt in één beweging de avondkrant uit de bus. Haar blik valt op een levensgrote foto van Valentino… de klootzak. Ze smijt de krant van zich af en haast zich naar de kamer. ‘Saar…’ Het zien van de ravage legt haar tong onmiddellijk stil. Een krampend gevoel duwt het zuur in haar maag omhoog. Het immens grote terrarium waar haar groene leguaan Chip in huist, is aan diggelen geslagen. Chip ligt roerloos voor het terrarium op de plavuizen vloer. Met een mes is een briefje in zijn staart gepind. Haar geliefde leguaan die ze al heel wat jaren als huisdier had, ligt levenloos voor haar voeten. Lie slaakt een gil en zakt naast hem neer. Dan trekt ze de brief los van zijn lijf en leest in tranen de inhoud. De tranen maken van de tekst een vlekkerig geheel. Er staan namen onder elkaar genoemd en ze beseft dat het een dodenlijst is. Bovenaan prijkt de naam van haar vader Charles. Als haar ogen naar beneden glijden ziet ze halverwege de naam van haar ex-man Robert Revard staan. Achter zijn naam staat een kruis en een datum net als achter andere namen. Van de meeste namen weet ze dat ze in het gevang zitten, vaak door haar toedoen. Allemaal namen van dezelfde maffiaclan. Met twee treden tegelijk rent ze de trap op en staat trillend stil in de slaapkamer van Sara. Leeg… Dan dringt de ernst van de situatie ineens tot Lie door. Met trillende vingers toetst ze een nummer in. ‘Gil…’ snikt ze. ‘Het is Sara… ze is weg.’

Gilles neemt Lie in zijn armen. ‘We gaan je collega’s bellen.’

‘Nee, geen politie zeggen ze.’ Terwijl ze het zegt, beseft ze hoe ironisch het klinkt omdat ze er zelf één is. ‘Ik moet dit zelf doen, het heeft met Robert en mijn vader te maken. Welke rol heeft Robert hierin gespeeld? Ze hebben Sara, God… wat moet ze bang zijn.’

Snikkend laat ze zich weer in haar stoel vallen. ‘Ze willen de coke terug die Robert hen afhandig heeft gemaakt, stellen ze. Maar ik heb het niet. Is de maffia dan verantwoordelijk voor Roberts dood? Heb ik mijn vader ten onrechte hiervan beschuldigd? Ik heb hem nooit meer willen zien. Hij staat zelf bovenaan op de dodenlijst.’ Vertwijfeld laat ze haar schouders naar beneden hangen. Waar zou Robert de coke verstopt moeten hebben? Waar zou ze het moeten zoeken? Heeft Robert geweten dat zij en Sara gevaar liepen? ‘Gil… jij was destijds toch een collega van Robert bij narcotica? Was hij corrupt?’

Gilles neemt haar gezicht in zijn handen en kijkt haar doordringend aan. ‘Natuurlijk was Robert niet corrupt, hij kan zich niet meer verdedigen en nu ga je geloven wat die criminelen over hem zeggen.’

Slechts gekleed in een spijkerbroek en een hemdje ligt Sara op een smerige matras in een donkere kamer. Ze was meegesleurd terwijl ze zich aan het omkleden was en mocht geen sokken en schoenen meer aandoen. Bibberend probeert ze haar voeten warm te wrijven met haar eveneens ijskoude handen Twee mannen met bivakmutsen hadden haar naar beneden geschopt en in een grijze bestelbus gesleept. De aanblik van de dode Chip had haar onverwachts diep geraakt alhoewel ze niet zoveel met hem ophad. Ze probeert zich haar moeders gezicht voor te stellen en een snik welt op in haar keel. Waarom gebeurde dit? Eerst haar vader en nu zij? Hield het dan nooit op?

Hoe blij Charles Latevsky ook is met zijn dochters bezoek, onder deze omstandigheden had hij het liever niet gehad. Komt het omdat zijn kleindochter hem regelmatig in het geniep bezocht en hebben zijn medegevangenen lucht van haar identiteit gekregen? Is hij schuldig aan het feit dat Sara ontvoerd is? ‘Het spijt me,’ zegt ze met een benepen stem. ‘Ik weet nu dat je niets met Roberts dood te maken hebt. Ik had je moeten geloven. Ben je hier wel veilig pa, je staat als eerste op de lijst.’

‘Ik heb hier aardig wat te vertellen, meisje. Maak je over mij geen zorgen. Alleen Valentino…’ Hier laat hij een lange stilte vallen. ‘Valentino en ik zaten in dezelfde clan. Veel mensen zijn slachtoffer van ons geworden, ik heb er spijt van. Dat is de reden dat ik de recherche bij verschillende zaken hielp en die mede door mij opgelost zijn. ‘Weet je nog die zaak tegen de Slachter?’

Lie kijkt hem ongelovig aan. ‘Was jij…heb jij…’

Bedachtzaam knikt hij zijn met diepe lijnen gegroefde hoofd.

‘Waarom…?’

‘Je bent mijn dochter, zo simpel is dat.’

‘Jij was het dus ook die mij op het spoor heeft gezet van Valentino…’ Nijdig veegt ze een donkere krul uit haar gezicht weg. Charles kijkt haar schuldbewust aan. ‘Ik ga je hier ook mee helpen, Sara komt gauw terug.’

‘Hoe dan, pa? Wat weet jij?’

‘Ik wist het van de coke. Robert wilde dat jij het goed zou hebben als hem wat overkwam. Dat is de reden dat hij de drugs heeft achtergehouden toen hij samen met zijn collega Gilles een inval had gedaan.’

‘Gil? Mijn ex? Gilles Boissevain?’

‘Jouw ex? Meisje toch, ik hoop dat je hem niet meer ziet?’

‘Jawel, as een matter of fact is hij degene die me bijstaat. Ik mocht er geen politie bijhalen en de enige die ik zo gauw kon bedenken was Gil. We zijn destijds goed uit elkaar gegaan.’

‘Hij heeft anders wel redenen genoeg om zijn deel van de buit op te willen eisen, zo niet alles. Ik moet je voor hem waarschuwen, Lie.’

Nathalie laat het even bezinken en reikt Charles die door emoties overmand wordt een glas water aan.

Al die verspilde jaren, denkt ze. De enige ouder die ze nog had, heeft ze verketterd. Hij was fout maar dat hij Robert vermoord zou hebben, gelooft ze intussen niet meer. Maar wie dan … was het Valentino? Maakte hij haar in de rechtszaal duidelijk dat hij het gedaan had of had ze het juist geïnterpreteerd dat hij wraak op haar wil nemen.

‘Die paarse Porsche, Lie, heb je die nog?’

Lie knikt.

‘Die heeft Robert toch voor je gekocht vlak voordat hij stierf?’

Weer knikt ze bevestigend. Dan springt ze plots op. ‘Zou hij … kan het … ?’

‘Hij wist dat je er geen afstand van zou doen, dat je er emotioneel aan verbonden bent. Waar is Gilles nu op dit moment?’

‘Hij wacht in de wachtkamer, Gil kwam op het idee dat jij misschien weet waar Sara vastgehouden wordt en heeft me gesommeerd om met jou te gaan praten.’

‘Ik hoop daar snel achter te komen. Zoals gezegd heb ik mijn connecties. Zeg tegen hem dat ik waarschijnlijk weet waar de coke is, ik vermoed dat het Gilles daar om te doen is. Wacht maar af, Sara zal spoedig vrij zijn. Zeg dat je hem niet meer nodig hebt.’

‘Ik kan je nu toch niet alleen laten met jouw zorgen om je dochter? Wat heeft die ouwe verteld, had hij enig idee waar we haar moeten zoeken?’ Gefrustreerd schopt Gilles een steentje voor zijn voet weg.

‘Charles gaat bij zijn contacten in de gevangenis informeren, hopelijk heeft dat resultaat.’ Peinzend kijkt ze Gilles aan. ‘Die afrekening… van Robert… Ik denk dat het Valentino was gezien dat gebaar dat hij maakte in de rechtszaal.’

Gilles haalt zijn schouders op. ‘Zou kunnen.’

Nathalie trekt de deur achter zicht dicht als Gilles vertrokken is. Met een bonkend hart blijft ze er even tegenaan staan totdat ze zijn auto hoort wegrijden. Daarna vliegt ze weer naar buiten en rijdt de Porsche haar garage in. Met een schroevendraaier steekt ze de panelen uit de portieren. Daarachter vindt ze wat ze zocht … Dus toch … Voor de tweede keer die dag maakt ze de gang naar de gevangenis. De gewapende eenheid schopt met kracht de deur van het pakhuis eruit. Lie is als eerste bij haar dochter.

‘Mam, was het Gilles…waarom?’

‘Vier ton aan coke brengt het slechtste in een mens naar boven. Een arrestatieteam is naar hem onderweg … Kom, we gaan naar jouw opa.’